Betekenis van de naam.

Zoals vele familienamen duidt ook onze naam een plaats van herkomst af. Bovendien gaat de betekenis nauw samen met de streek van afkomst (Picardië). Men gebruikt er als dialect "gachière" of "gakière" voor het woord "jachère". Wat betekent dat woord nu? "Une jachère", is volgens Larousse: l' état d'un terre labourable, q' on laisse reposer. Dus braak laten liggen. Ter bevestiging nog dit : In de reglementen door Karel de Grote uitgevaardigd in zijn meivelden, staat er dat braakliggende velden moeten gescheurd worden in de maand juni. En die maand heet in het Oud Frans "gasker". Leg nu, bij de uitspraak de klemtoon op de laatste lettergreep en dan wordt het "gaskère" ofte "Jachère". (1).


Het boek "Rond Kortrijk" (2) beschrijft het volgende: Ghesquière, Braeckevelt, Van Blootacker (te Givet: Van Blotacque) moeten omtrent hetzelfde zijn van betekenis' wege.


Het boek van Herbomez (3) citeert de goederen der abdij die in 1260 op Dottignies lagen. Die goederen waren in drie soorten verdeeld, te weten:

Hetzelfde boek spreekt elders onder het jaar 1242 van een stuk "froidesjeskiere". (4).


De registers van de abdij van Beaulieu spreken van een domein, geheten "les gaskières", nabij Douai gelegen. (5).


De registers van de abdij van Flines vermelden dat voor de gronden die lagen in de omgeving van Auchy en Coutiches en die Colart des Ghesquières bezat, een rente verschuldigd was. De gronden waren bekend als zijnde de "Puich des Ghieskieres". Puich of Puche komt van het latijn "podium", en betekent een hoogte of een heuvel waarop de woning was gebouwd. (6).

Het "Glossarium Latin Gall." (7) vermeldt het woord "gascaria". Uit dit woord vloeien twee nieuwe voort:


Voorts is er nog een huurovereenkomst tussen de de abdij van Flines en de genaamde Gilles Delaubiel met datum 23 sept 1392, met volgende terminologie: "les occupeurs doivent payer pour chaque bonnier de terre labourable six rasières de blé,...., et nient quand icelles tières seront à la ghesquière," . M.a.w. voor niet bewerkte gronden diende men geen betalingen te verrichten. (8).


Een van de typische Westvlaamse familienamen in ongetwijfeld "Gekiere" met de talloze spellingsvarianten. Vooral in het zuiden van de provincie West-Vlaanderen, in de arrondissementen Kortrijk en Ieper, is hij algemeen frekwent. In Noord-Frankrijk vinden wij dan ook schrijfwijzen die ons dichter bij de verklaring brengen van de naam: als Picardische vorm van het Franse "Jachère", braakland, braakliggend terrein. "Gekiere" is dus de Picardische tegenhanger van de Vlaamse "Braekevelt". (9).


Ook nog deze gedachte: Ghesquier et surtout Ghesquiere (Région de Lille): francisation du flamand "gescherts" (prononciation: gueskerts), bavardage. Avec changement finale: Guesquin, Gueusquin. (10).


Vanaf de tweede helft van de dertiende eeuw wordt de naam in de streektaal als "giëskiere" gebruikt voor braakland." (11).


Gaquere: d' après M Douzat,est une francisation du nom Ghesquiere ou Ghesquier, l'homme qui parle bien et beaucoup.Voir plus bas Gasquere = le Gascon.

Gasqueres signifie originaire de Gascogne. On dit ausi Gasc d'après M. Douzat.

Ce mot est courant en langue d'Oc. Peut être rapproché aussi de Gaquère, voir plushaut et inversement.

Gesquiere est un vieux nom flamand qui signifie grande lande non cultivée et plate qui pouvait dans le haut moyen-age servir de lieu pour les tribus. Jadis on précédait en culture pour assolemant trienal. Le domaine était divisé en trois parties: l' un pour les plantes qui poussent dans la terre: betteraves, navets par example, l'autre pour les céréales comme le blé, l'orge, l'avoine. La troisième partie (on tournait tous les ans) n'était pas cultivée, c'était la "jachère" qui est devenu Ghesquiere ou Gesquiere en flamand. le rapprochement avec Gaquère, l'homme qui parle bien et beaucoup n'est que très hypothétique. Curieusement ce nom ne semble pas connu des spécialistes français qui ne parlent que de la seconde version.

Ghesquiere: (voir plus haut Gesquiere) ne pas retenir l'hypothèse de l'homme qui parle beaucoup (explication française) car il s'agit d'un nom bien flamand en rapport avec la terre. (12).


Le nom de famille Ghesquiere (ou Ghesquier, bienque le moins frequent) est classé sous l'étiquette des noms dits sobriquels, ce nom qui évoque un caractétistique physique ou un trait personnel d' une personne. Dans ce cas, Ghesquiere est la francisation du flamand "gescherts" (prononce "gueskerts"), dans l'Autriche. Ce terme signifie tout simplement "rustre, lourdaud", ou dans certains cas, "bavardage campagnarde". C'est un terme qui évoque la simplicité de la campagne et l'absence de raffinement, et que l'on aurait attribué, sans doute, à un individu dont on plaisantais le manque d'éducation ou les moeurs rustiques. (13).


De familienaam Geschiere: naamsvermeldingen en literatuurreferenties: De naam Geschiere is een verbastering van het Franse Guequier, afkomstig van 'queguirre', dat 'braakland' betekent. Voorouder André Guequier ontvluchtte Noord-Frankrijk in 1684-85, woonde in 1686 in Middelburg, later in Grijpskerke [P. Kempe, Genealogie van de familie Geschiere 1685-1996, Grijpskerke 1997; vgl. Genealogie-CBG 4 (1998), nr 2, p 44]. Gesquiere, Gisquiere, Guequiere [VZS (1980), nr 28, p 256; vgl. nr 33, p 304]. Jaque Gesquiere, Aardenburg 1715, geb. Quesnoij [Aardenburgse poorters, p 327].(14).


Wat de ethymologie van Ghesquière betreft: Ik denk ook dat het woord wel degelijk van het Laag-Latijn "gascaria" afstamt, waaruit het Frans " jachère"is ontstaan. De term werd vervlaamst tot "ghesquiere". De spelling "ghe" is typisch voor de middeleeuwse Vlaamse spelling zoals in "U ghelove en is niet vast" (< Karel ende Elegast) Als men rekening houdt met de verdoffing van volle klinkers bij de evolutie van Oudnederlands naar Middennederlands "Hebban olla vogala nestas bigunnan" werd "Hebben alle vogelen hun nesten begonnen" is de klankevolutie van "gascaria" tot 'ghesquiere" taalkundig volledig te verklaren.(15).


Provinciale Zeeuwsche courant: namen:

De naam houdt iets exotisch: Guequierre. Je kunt hem niet goed schrijven, je wist niet goed hoe je hem moest uitspreken, maar wie hem had, droeg zijn naam met ere. Met een betoverende klank, zo van 'we zijn niet van hier'. Wie tegenwoordig in telefoonboeken zoekt, vindt in Zeeland maar ruim tien Guequierres, van wie de meeste in Zeeuws-Vlaanderen.
De naam komt voor met en zonder streepje, met en zonder dubbele “r”. Er kan een “s” in staan: Guesquière. Dat is nog niet alles, want zoals iedereen weet die wel eens in oude bevolkingsregisters heeft gekeken: de spelling van een en dezelfde naam kan sterk uiteenlopen. Dat levert bij deze naam nog een verrassing op. Bijvoorbeeld als de "q" als "k" geschreven wordt en de eerste lettergreep op de klank af anders wordt neergepend: zo kan Gesqueire zelfs Geskiere worden. Wie van Sint-Anna-ter-Muiden naar het Vlaamse Westkapelle rijdt, ziet langs de kant van de weg een winkel van Geskiere. Die naam is in verschillende vormen in middeleeuwse documenten gevonden. Zo is de volgende stap niet meer moeilijk: vooral in Midden- en Noord-Zeeland leidde de naam Guequierre tot het welbekende Geschiere. Meer dan honderd lieden met die naam hebben in Zeeland telefoon. In Zeeuws-Vlaanderen woont echter geen enkele Geschiere, Wat Guequierre nu betekent is ook nog een verhaal apart. De naam komt oorspronkelijk uit Noord-Frankrijk, uit de taal van het oude Picardië. In die taal bestond het woord gasquière. In het Frans is dat jachère, in de betekenis van een lapje grond dat niet bebouwd wordt. Alles is gebaseerd op het middeleeuwse Latijn van het volk. De naam Guequèrre betekent daarom `braakliggend veld’. Zo vinden Guequierre en Geschiere elkaar op een braakliggend lapje.
Meten is weten, maar tellen is moeilijk, zo in elektronische telefoonboeken en op allerlei websites. In een stukje over Guequièrre stond dat die naam vooral in Zeeuws-Vlaanderen voorkwam De krant was nog niet droog of de Journalist Kees Slager riep de stukjesschrijver in de Zeeuwse bibliotheek toe: je moet eens op Tholen gaan kijken hoeveel er daar voorkomen We zijn naar Tholen geweest en er wonen daar verschillende Guequièrres Het werd nog erger. In dat stukje over Guequierre werd ook gezegd dat Geschiere een Vernederlandsing is van die fraaie Franse naam voor `braakliggende grond'. Was het daar maar bij gebleven Was maar wegge1aten dat Geschiere in Zeeuws-Vlaanderen niet Voorkwam volgens elektrische steekproeven. Een paar uur later meldde zich per mail de eerste Geschiere uit Terneuzen. Ze wonen er al dertig of veertig jaar. Nu is dat om zich Zeeuwsvlaming te mogen noemen niet voldoende. Daar zijn zoals bekend twee generaties Voor nodig en zelfs van beide kanten. Maar hoe dan ook: er Wonen Geschieres in Zeeuws- Vlaanderen. Een Guequièrre uit Sint-Maartensdijk vermeldde in een handgeschreven brief dat er ooit een collectant van het Leger des Heils aan de deur was gekomen en met een totaal andere uitleg kwam van de familienaam van de gever. Mevrouw Guequièrre moet nog geprobeerd hebben de heilsoldate af te poeieren met de mededeling dat het maar de naam van haar man was. Het mocht niet baten. Guequièrre was, aldus de dienares van het goede, Spaans, voor `wat wil U'. Nu is dat in het Spaans inderdaad ‘Qué quieres’? Tussen het Spaans, het Frans en het Nederlands Geschiere is echter geen relatie. Geen enkele vroege of late spellingsvorm geen enkele betekenis kan het verband duidelijk maken. Dat zou taalkunde van de kouwe grond zijn: Guequièrre is Frans. Iemand zou kunnen denken: die Guequièrres op Tholen hebben met hun Spaanse naam zitten knoeien, zodat die toch leek op de Zeeuws-Vlaamse De Wereld is inderdaad vol kwaad, maar zeker niet op Tholen.(16).


Gaquier(r)e, Gakyere, Gackiere, Gacquère, Gacquiere, Gaquere, Ga(c)quer(re), Gaquert, Guequier(re), G(h)ekiere, Gequiere, Ghequire, Gequière, Ghequiere, Gheker, Gherquiere, Gi(j)kiere, Gykiere, (de) Guesquière, Guesquier(r)e, Gesquiere, -ère, Ghesquier(e), (de) Ghesquière, Ghesquier(e)s, Gesquire, Gesqueire, Ghesquir(r)e, Ghesqueyre, Gesqueir(e), Gehesquière, G(h)eskiere, Gesché, Geschier(e), Ghiskier, G(h)isquière, -iere, Gchesquiere, Gheguiere:
Naam uit de Picardische plaatsnaam ga(s)quière, g(i)esquière, dit uit het Latijnse gascaria: braakland.(17).


Gesquiere est un vieux nom flamand qui signifie grande lande non cultivée et plate qui pouvait dans le haut moyen-age servir de lieu pour les tribus. Jadis on précédait en culture pour assolemant trienal. Le domaine était divisé en trois parties: l' un pour les plantes qui poussent dans la terre: betteraves, navets par example, l'autre pour les céréales comme le blé, l'orge, l'avoine. La troisième partie (on tournait tous les ans) n'était pas cultivée, c'était la "jachère" qui est devenu Ghesquiere ou Gesquiere en flamand. le rapprochement avec Gaquère, l'homme qui parle bien et beaucoup n'est que très hypothétique. Curieusement ce nom ne semble pas connu des spécialistes français qui ne parlent que de la seconde version. Ghesquiere: (voir plus haut Gesquiere) ne pas retenir l'hypothèse de l'homme qui parle beaucoup (explication française) car il s'agit d'un nom bien flamand en rapport avec la terre.
Le nom de famille Ghesquiere (ou Ghesquier, bienque le moins frequent) est classé sous l'étiquette des noms dits sobriquels, ce nom qui évoque un caractétistique physique ou un trait personnel d' une personne. Dans ce cas, Ghesquiere est la francisation du flamand "gescherts" (prononce "gueskerts"), dans l'Autriche. Ce terme signifie tout simplement "rustre, lourdaud", ou dans certains cas, "bavardage campagnarde". C'est un terme qui évoque la simplicité de la campagne et l'absence de raffinement, et que l'on aurait attribué, sans doute, à un individu dont on plaisantais le manque d'éducation ou les moeurs rustiques.(18).


Jachère, sfs; une terre labourable non ensemencée, au repos. – Avec les assolements modernes, les jachères sont suprimées. Allem.: Brachfeld. – Angl.: Fallow ground & layland. – Bosnicq: Ledinav. – Breton: Brellé,léton, letoun. – Cafre: fousso. – Croate & dalm.: Ledinav. – Danois: Brakliggen. – Esclav.: Ledinav. – Espag.: Barbecho. – Flam.: Braakland. – Franç.: Ex jacere & jacerie. – Herzég.: Ledinav. – Holl.: Braakland. – Italien: maggese & novale. – Norm. (à Caen : brise). – Picard: gachière & jakière. – Port.: Alquieve. – Roman: Jacheres, jacheries, jakière, somair, sommart, versaine. – Serbe: ledinav. – Suéd.: traede. – Turc.: kyr, ova. (19).


Gekiere, Gequiere, Ghequire, Gequière, Ghequiere, Gheker, Gherquiere, Gijkiere, Gikiere, Gykiere, (de) Guesquière, Guesquiere, Guesquiere, Gesquiere, Gesquère, Ghesquier, Ghesqueiere, (de) Ghesquière, Ghesquieres, Ghesquiers, Gesquire, Gesqueire, Ghesquirre, Ghesquire, Ghesqueyre, Gesquiere, Gesqueir, Gehesquière, Gheskiere, Geskiere, Gesché, Gechiere, Geschier, Ghiskier, Ghisquière, Gisquière, Gisquiere, Gichesquiere, Gheguiere, Gaakeer. Naam uit de Picardische plaatsnaam ga(s)quière, g(i)esquière, dit uit het Latijnse gascaria: braakland.(20).
In de vroege middeleeuwen, ten tijde van de kruistochten (11de - 13de eeuw) was er de opkomst van het ridderschap en de ridders in het toenmalige Franfrijk. Die ridders hadden helpers en leerlingen die 'esquier', oud-Frans, later 'écuyer', van het Latijnse 'scutarius' (schild-drager/schildknaap) werden genoemd. Van 'esquier' naar (G)esquier(e) is maar een stap in de evolutie van de naamvorming door de eeuwen heen. Verder de naamgeving 'Gekiere' (en afleidingen) geschreven naar de (Vlaamse/Noord-Franse) uitspraak van de naam, wordt hiermede verantwoord.(21).
Het Frans bleef in Zeeland lang een omgangstaal. Pas na de Franse tijd aan het begin van de negentiende eeuw verminderde het gebruik van de Franse taal. Maar de Franse familienamen bleven bewaard. Afstammelingen van hugenoten in Zeeland zijn daaraan nu nog vaak herkenbaar. Van oorsprong Franse familienamen zijn bijvoorbeeld: Albert, Baljé, Becu, Behage, Benteyn, Bommeljé, Brevet, Cappon, Cevaal, Claerbout, Le Clercq, Corré, Du Bois, Dusarduijn, Ghesquière (verbasterd tot Geschiere op Walcheren), Hennequin, De Hullu, Lefeber, Luteijn, Mazure, Mesu, Midavaine, Moggré, Mullié, Neuféglise, Oreel, Passenier, Poissonnier, Porrey, Provoost, Risseeuw, Schoonaard, Sohier, Suwijn, Tack, Tavenier, Triou en Wattez. (22).
Ghesquiere: rappelle la location de la famille: sur un terre en jachère (sns du mot) ou dans un lieu de ce nom. Il y a 2000 porteurs en France et 1400 en Belgique.(23).

(1) Marc Ghekiere, Kroniek historiek der Geluwse Hoeven.
(2) R. Slosse, Rond Kortrijk, Deel III, p.802-803, heruitgave Familia et Patria, Handzame 1977.
(3) Herbomez, Chartres de l'Abbaye de Saint-Martin à Tournai, deel 11, 189.
(4) idem, deel I, 551.
(5) Archives Départementales du Nord, 51 H 22
(6) Idem, 31, H 206, 216 en 217.
(7) Hautcoeur, Cartulaire de l' Abbaye de Flines, II, 505.
(8) Hautcoeur, op. Cit., II, 705.
(9) De Leiegouw, Jg 1984, p. 387.
(10) Dictionaire des noms de famille et prénoms de France, Uitgeverij Larousse, 3de druk, 1951.
(11) J. Hock,; La Ferme de Tenre à Athet l'Agriculture au XIII-ième siècle, 1912.
(12) A. Deveyer, Les Noms des Gens, verschenen in een niet nader genoemd Noord-Frans dagblad.
(13) Family Name history, The historcal Research Center, New York.
(14) http://www.meertens.knaw.nl/index.html.
(15) Frank Ghesquière, 15 Rue Clos des Genêts, Gerpinnes 6280.
(16) Stukjes uit provinciale Zeeuwsche courant geschreven door Lo van Driel in de periode 2004-maart 2005 onder de rubriek "namen". Met dank aan Dirk Guequierre, uit 4542 RZ Hoek (Nederland).
(17) http://home.scarlet.be/marcel.vervloet/FpageG.htm
(18) http://gw.geneanet.org/ghuvent?lang=nl&p=robert&n=ghesquiere
(19) Hochsteyn, Les termes de géographie dans les langues du globe, 1906
(20) http://volkoomen.nl/familienamen.htm
(21) Jacques Ghesquiere
(22) Naar een artikel van Alfred Schallenberg
(23) Les noms des familles en Pas-de-Calais, La voix du Nord, Marie Odile Mergnac, p.44